Bijgewerkt op
27-09-2011
Joegoslavi�
(17 t/m 23 mei 1981)


Links omhoog de weg naar Mostar � midden rechts Dubrovnik
17 mei � vliegen we voor 1 week naar Dubrovnik waar Geert een
congres heeft. Het is w�l een georganiseerde reis, maar zonder reisleiding.
Klik op een miniatuur om de foto
te zien
of houd je muis stil boven het plaatje voor de naam.

Mij wordt op het laatste moment 18 (op het papier staat 17 ?)
kofferstrookjes in de hand gedrukt, gelukkig ontbreken er geen koffers, want ik
weet echt niet wie er meevliegt en we zitten in
� 5 hotels.
Uiteindelijk hebben we gekozen voor het plaatsje Cavtat, dat net
zuidelijk van Dubrovnik ligt, aan een fraaie baai, en het hotel Adriatic met een
eigen strandje aan zee.
Ik citeer uit een
folder :
� Cavtat,
een plaatsje met een zeer historisch verleden, is een oude Griekse nederzetting
uit de Xlde eeuw, Epidaurus genaamd. Helaas zijn er nog maar weinig
oude overblijfselen. In de tuinen van hotel Croatia kunt u nog enige
overblijfselen vinden die herinneren aan die tijd. Toen de oude stad Epidaurus
in de 7e eeuw werd ingenomen vluchtten de inwoners en stichtten
Dubrovnik. Cavtat heeft nog veel andere overblijfselen, ondermeer uit Romeinse
beschavingen. Op de heuvel die over de stad en de zee uitkijkt, staat een modern
20e eeuws bouwwerk. Het is het mausoleum van d� wereldberoemde
beeldhouwer Ivan Mestrovic ter nagedachtenis aan de familie Racic.
Door zijn prachtige ligging in de baai van Zupa is
dit lieflijke plaatsje een vakantieoord bij uitstek. Het is gebouwd op een
schiereiland, dat begroeid is met cipressen en dennen. In het midden ligt het
aardige dorpje met smalle, steile straatjes en een parochiekerk, iedere dag is
er een markt waar zowel groente en fruit als souvenirs verkocht worden. Cavtat
is een levendig plaatsje met gezellige terrasjes die op het haventje uitkijken.
De caf�s, dancings en discotheken zullen u vele genoeglijke avonduren bezorgen.
Aan weerszijden van het schiereiland liggen de moderne hotels. �
Na het uitpakken van de koffers en het eerste drankje op ons
balkon, willen we Dubrovnik gaan bekijken. Daarvoor nemen we bij � onze � pier
de watertaxi naar Cavtat, waar net een grotere boot zal vertrekken naar
Dubrovnik ; wat een bof. Het wordt een heerlijke tocht met �n lekker warm
zonnetje ; een wedstrijd met een ander bootje, afgeladen met toeristen, wint
onze roerganger met glans, al rammelt onze motor bijna uit elkaar.

We
komen Dubrovnik binnen via de oude haven en kunnen al de enorme stadsmuren
bewonderen die zich rond het hele stadje bevinden.
Ik citeer uit een folder :
� Dubrovnik
is verreweg de populairste en bekendste toeristenplaats in
Joegoslavi�. Niet voor niets wordt deze stad
� de
parel van de Adriatische kust �
genoemd. In deze unieke stad komen mensen van over de gehele wereld samen, om de
eeuwenoude ommuurde stad te bezichtigen. Vanaf de stadsmuren, die via trappen te
bereiken zijn, heeft u een fascinerend uitzicht over de oude stad met zijn
paleizen, nauwe straatjes, drukke markten, winkeltjes en het voor de kust
liggende eiland Lokrum, waarop zich een naturistenstrand bevindt. Vanaf de oude
haven is het � 20 min. varen.
Liefhebbers van historische monumenten zoals :
kloosters, kerken, kathedralen en de met marmer geplaveide pleinen en straten
zullen zeker niet teleurgesteld worden. Dubrovnik ligt in ��n van de mooiste
gedeeltes van Joegoslavi�, waar in de loop der jaren luxueuze hotels gebouwd
zijn. Een geweldig stuk natuur, met zijn kolossale bergen en subtropische
plantengroei en door de natuur gevormde stranden. Gedurende het grootste deel
van de maanden juli en augustus wordt in Dubrovnik het grootste festival
georganiseerd, met voorstellingen op het gebied van theater, opera, ballet,
folklore en allerlei concerten.
Naast de vele mogelijkheden die de vele hotels in Dubrovnik al
bieden, vindt u in de stad een scala van uitgaans- mogelijkheden. Ruim 20
restaurants, een groot aantal bars en caf�s, discotheken en nachtclubs, een
theater en een vijftal bioscopen bieden u volop keus. Kortom Dubrovnik is een
stad, die iedereen gezien moet hebben. �
Bij het betreden van Dubrovnik, valt ons als eerste het wit op,
alle straten zijn van wit marmer, evenals alle gebouwen, het is overweldigend
mooi.
Na veel klimmen en dalen met de stad mee, die op een heuvel is
gebouwd, langs heel smalle straatjes met diepe treden, belanden we op de Placa, de hoofdstraat. Aan het einde ervan bij de grote, ronde Onofriofontein en de
Verlossers Kapel pakken we een biertje op een gezellig terrasje. Weer verder
geklauterd gaan we op zoek naar eten, en zien mensen zitten op de 1e
verdieping van een restaurantje, onder een pergola ; gelukkig is het pas mei en
dus nog niet druk, zodat we een plaatsje vinden met een leuk uitzicht. Na een
heerlijke maaltijd willen we het Iconenmuseum bekijken ; helaas alleen �s
morgens geopend, en de meeste kloosters en paleizen zijn of op zondag of vanwege
restauratie gesloten.
Na een fijne wandeling onder een stralende zon langs de
haven, klimmen we, naast de klokkentoren, alle trappen omhoog naar de
stadsmuur ; zo�n 2 kilometer lange wandeling ; het uitzicht over al die roze
daken is prachtig. Bij het Fort Minčeta zien we een kabelbaantje.
We besluiten naar de boot terug te gaan ; deze keer geen
wedstrijdje. Het is een halfuurtje wandelen vanuit Cavtat naar ons hotel, op de
smalle weg langs de baai, met leuke rotsige strandjes en inhammen met vele
bootjes en bedrijvigheid. Het licht blauw/groen water is ongelofelijk helder.
De welkomst cocktail hebben we niet gehaald, maar de
folkloreavond wel.
Maandag 18 mei � begint het congres voor Geert, en ga ik de
eerste tocht meemaken. Heel vroeg wacht ik op het terrasje van ons hotel aan het
water op de pendelbus van Atlas, die tot 2 keer toe niet verschijnt, te beginnen
dus met vandaag.
Ik loop dan
maar naar het dorpje Cavtat op zoek naar een bank, ik heb alleen dollars bij
me ; allemaal dicht op maandagmorgen. �s Middags lekker gezwommen en gelezen op
een gehuurde ligstoel, duur. nou ja het is vakantie ; het water is zalig, de
kiezelstenen wat minder en het is zo leuk om de bedrijvigheid bij de watertaxi
te bekijken.
Dinsdag 19
mei � Vispicknick.
k citeer uit een folder :
� Vertrek uit de haven van Gru� naar de eilanden Koločep en Lopud, langs de steile
kust van het eiland �ipan ; we gooien het anker uit in een pittoreske baai. De
vele bootjes, netten en vissersattributen geven een goede indruk van het leven
in dit haventje. Volgens de ware Dalmatische traditie worden gasten ontvangen
met gedroogde vijgen en � Rakija �, �n thuis gedistilleerd alcohol. Aan de haven
staan gedekte tafels, beladen met kaas, olijven, in een houtoven gebakken brood
en vaten met wijn. Een ieder staat het vrij zich naar wens te bedienen. De
vissen worden geroosterd en men hoeft alleen nog maar toe te tasten. Na de
maaltijd is er een si�sta, waarna de spellen en de dansen beginnen, zwempartijen
en lachsalvo�s horen erbij ; voor naturisten is er een strandje in de baai van
het eilandje Pro�ura. Laat in de middag keren we terug naar Dubrovnik. �
Die beschrijving lijkt me zeer aanlokkelijk.
Deze keer word ik wel afgehaald op ons terrasje, met een grote bus van Atlas.
Het rijden door het dorpje Cavtat is een avontuur op zich : vloekend en wel
manoeuvreert de chauffeur achteruit voor elke tegenligger en sommige hoeken
kunnen pas na 2 maal heen en weer rijden genomen worden. Dat moet in het
hoogseizoen echt komisch zijn. Als we eindelijk in de haven van Cru� aankomen,
is er nog net tijd om een kilo kersen te kopen op de markt.
Van het congres zijn verschillende Japanners aanwezig, die alleen naar hun eigen
lezing gaan, dat w�l, en verder met alle sightseeings meegaan.
Op de heenweg varen we tussen de kust en de vele eilandjes door, en kunnen goed
de rotsige hellingen zien met olijfbomen, druivenranken en voornamelijk � machia � ;
het doet me denken aan Corsica.
De hele kust is erg wild, rotsig met weinig vegetatie en de oorzaak ligt bij de
Venetianen die destijds de hele kust van Joegoslavi� hebben ontbost om Veneti�
te kunnen bouwen.
Na het eilandje �ipan varen we naar het Westen, op weg naar Miljet en de baai
van Pro�ura. Ik sta vaak achter op het schip, leunend op het gangboord naar de
meeuwen te kijken die enorme duikvluchten nemen op zoek naar voedsel. Dan wordt
er, na uren heerlijk varen afgemeerd ;
Mljet, eiland
van 40 km lang en � 2 km breed is als enige van de Dalmatische eilanden, dicht
begroeid met dennenbossen. Deze panoramafoto van de 2 meren laat zien dat ze
toch enige verbinding hebben met de zee. Ze hebben dan ook zout water, maar
heten toch � Veliko Jezero � en � Malo Jezero �, groot en klein meer. Op de
achtergrond, rechts, op �n eilandje, zie je een oud Benedictijner klooster, nu
een hotel.
We gaan aan
vele tafels zitten onder een rieten afdak, direct aan het water en ruiken al de
veel belovende geuren van gebakken vis. We worden ontvangen met de beloofde
vijgen en de � Rakija �, een soort brandewijn, op het eiland gestookt ; de
traditie wil dat men een vijg in de � Rakija � dompelt, een stukje afbijt en het
opnieuw indoopt, heerlijk en sterk. Ik zit net naast een rond gat in de muur
waar voortdurend brood wordt gebakken en de verschillende soorten
geitenkaas op dat verse brood zijn verrukkelijk. De witte wijn mogen we zelf
tappen met plastic maatbekers. Uit mijn ooghoek zie ik de enorme roosters waar
honderden sardientjes worden geroosterd, het water loopt me in de mond, gelukkig
zijn ze even later klaar. Zalig.
De
plaatselijke bevolking, nog geen 2.000, leeft heel rustig als visser of
wijnboer. Drukbezochte badplaatsen zijn er nog niet. Langs het haventje heb
je wat witte stenen huizen met die roze daken, verder rotsen en wat struikjes.

Na het dansen, zingen en spelletjes doen, gaan we met een van de
gidsen, met een heel klein bootje naar het naturistenstrand, in de baai van Pro�ura. 5 � 10 mensen gaan zwemmen, de gids en ik incluis, de rest blijft
rustig op de rotsen zitten. Er is geen pad, het wordt klauteren over de rotsen,
met blote voeten, nou ja, helemaal bloot ; ik wil nooit meer anders zwemmen, het
is
heerlijk.
Woensdag 20
mei � gaan we naar Mostar.
k citeer uit een folder :
� Hercegovina toer naar Mostar :
Deze excursie neemt ons mee langs de grillige kust, langs het eiland Lopud en
het dorpje Slano, Noordwaarts tot de monding van de Neretvarivier, waar we naar
het binnenland afbuigen en de Neretva volgen tot Mostar. Gedurende de
sightseeing in Mostar zullen we de Ori�ntaalse kunst en architectuur kunnen
bewonderen bij het bekijken van de Moskee, de Turkse markt en de enkelvoudige
boogbrug uit 1566, van waaruit men een prachtig overzicht krijgt van het oude
stadsdeel en het emerald groene water. Na wat vrije tijd en de lunch gaan we Počitelj bekijken, een oude Turkse versterkte stad en op de terugweg naar Dubrovnik maken we nog een stop in Slano. �
Vandaag is
een vrije dag bij het congres, wat duidelijk te merken is, 6 volle bussen rijden
achter elkaar naar Mostar.

Onderweg
stoppen we in Počitelj, een oude Turkse nederzetting langs de Neretvarivier. Ook
dit stadje is steil langs de bergwand gebouwd ; we drinken een kop koffie in een
oude Hammam, 'n Turks badhuis, dat nu een restaurant is, vlak naast een prachtige
Moskee. In de buurt van Počitelj bevindt zich het grootste vogelreservaat van
Europa, 3.400 ha met zilverreigers, steen-, bastaard- en zeearenden,
steenpatrijzen en meerkoeten. Daar hebben we helaas geen tijd voor, de bussen
toeteren en we rijden verder, langs een wildere, rijkere natuur tot Mostar.
De hitte
slaat ons tegemoet als we uitstappen, en het is wat onweersachtig, dat schijnt daar
vaker voor te komen ; Mostar staat bekend als de heetste plaats in Europa, 45
gr C kan daar voorkomen. We komen op de linker oever aan, waar het oude
Ori�ntaalse Mostar geconcentreerd is, en gaan als eerste de Moskee bekijken ;
helaas met 6 volle bussen, maar de pracht en praal is erg indrukwekkend ;
erachter ligt een klein kerkhofje, waar alle graven met hun hoofdeinde naar het
oosten zijn gericht. De Turkse markt valt enorm tegen, alleen maar rommel of af en toe
mooie kleden die ontzettend duur zijn.

Vanaf de
Turkse markt hebben we een pracht uitzicht over de oude Turkse brug, die, 30 m
breed en 20 m hoog, in 1566 gebouwd is, op de plaats van een Romeinse
oeververbinding. Er zijn 2 bruggentorens : op de linker oever een
munitiemagazijn van 6 verdiepingen met muren van meer dan 3 meter dikte ui 1676
en op de rechter oever een gevangenis en wachthuis voor de brugwachters uit
1677.
Dan is het
weer verzamelen geblazen en met z�n allen lopen we over de oude brug naar de
rechter oever en een modern hotel om te lunchen ; de congresleden worden naar
een aparte ruimte gebracht waar we een fantastisch uitzicht hebben tijdens een
voortreffelijke lunch.
Op de
terugweg maken we een stop in Slano : dit dorp heeft talrijke overblijfselen van
Illyrische, Romeinse en Slavische vestingen. Een Illyrische necropolis, een
Romeinse nederzetting, een vroeg�christelijke graftombe, de Heilige
Hieronymuskerk uit de 15e eeuw. Onder de Republiek van Dubrovnik was
Slano de zetel van de vorst en een belangrijke haven met scheepswerf.
Donderdag 21 mei � wacht ik weer tevergeefs op de bus van Atlas ;
tegen 10 uur bel ik met het hoofdverkeersbureau : er gaat helemaal geen excursie
naar Dubrovnik op donderdag, dus neem ik de watertaxi naar Cavtat en wacht daar
op de openbare bus ; zoals we zondag al gemerkt hebben rijden ze z��r
onregelmatig, en in dit dorp is geen bankje te bekennen. In Dubrovnik aangekomen
loop ik eerst alle bekende plekjes na, en drink koffie op hetzelfde pleintje
naast de prachtige middeleeuwse Onofriofontein. Het Iconenmuseum, dat nu wel
open is, bezit prachtige stukken, alleen jammer dat het zo slecht verlicht is,
de kleuren komen helemaal niet tot hun recht.
Wat erg leuk
is, is de oude apotheek uit de 14de eeuw in het Franciscaner
klooster ; al die mooi blauw/wit beschilderde kannen en potten lijken wel Delfts
Blauw ; ze zitten op fel rode planken, de achterwand ook rood, met daaronder, ook
weer blauw met wit versierde laden.
Na alle
trappen vanaf de oude stad geklommen te hebben tot het Fort Minčeta, klim ik nog
verder en kom bij het kabelbaantje ; ook hier weer 3 kwartier staande wachten in
de felle zon. hebben ze nog nooit van bankjes gehoord in dit deel van de
wereld ?
Het is
helemaal de moeite waard. wat een ver en mooi uitzicht, vanaf 412 m hoogte,
krijg je vanuit het Fort Imperijal, �n vesting uit de Napoleontische tijd ; het
is niet te bezichtigen.
Dan wordt het
tijd om weer naar het hotel terug te keren, Geert zal er waarschijnlijk al zijn.
Vrijdag 22
mei � hoop ik opgehaald te worden voor de excursie die ik maandag gemist heb,
naar Sveti Stefan.

Keurig sta ik weer te wachten, deze keer om 7.30 en, wijs
geworden door 2 missers in een week, blijf ik zeuren bij de Montenegro
buschauffeur, namelijk op de afgesproken tijd nog geen bus voor Sveti Stefan. Na
veel bellen vanuit de bus met het hoofdkantoor, blijkt inderdaad g��n Sveti
Stefantoer te zijn die dag en ik mag mee naar Montenegro.

k citeer uit een folder :
� Montenegrotoer :
Met de bus
gaan we door de vruchtbare vallei van Konavle, dat bekend staat om zijn
nationale klederdrachten, naar de monding van de baai van Kotor en de oude
versterkte stad. De tocht gaat verder via vele haarspeldbochten om de berg
Lovčen op 1.110 m te beklimmen, van waaruit men een spectaculair uitzicht heeft
over de fjord.
Dan begint de
daling naar Cetinje, de vroegere hoofdstad en residentie van de koning van
Montenegro. Na de bezichtiging van het museum, daalt de weg verder naar de kust,
waar u een prachtig panoramisch zicht krijgt op het blauwe water van de
Adriatische zee en het eiland Sveti Stefan, dat omgebouwd is tot een groot
hotel. Dan rijden we naar Budva, stadje uit de 4de eeuw en terug naar
Dubrovnik. �
Dat wordt een
veel boeiendere tocht o.a. door de rit door de bergen rond de baai van Kotor.
Sinds de
aardbeving in april 1979 is de driehoek Herceg Novi � Titograd � Ulcinj licht
tot zwaar beschadigd. In Herceg Novi staat geen enkel groot hotel nog overeind
en de oude stad is ook beschadigd.

We vertrekken
naar het zuidoosten, eerst nog langs Cavtat en rijden helemaal langs de kust tot
Herceg Novi.
Herceg Novi :
in het zuidelijke deel van de Adriatische zee, aan de ingang van ��n van de
mooiste fjorden ter wereld de � Baai van Kotor �, ligt Herceg Novi. Een zomer
vakantieplaats bekend door zijn subtropische vegetatie en zijn Middellandse
Zeeklimaat. In 1382 werd de stad gesticht door Koning Tvrtko uit Bosni�.
Verscheidene Turkse en Venetiaanse vestingen zijn bewaard gebleven zoals : Kanli
Kula, aangepast tot een zomertheater, de burcht Spaniola en de Citadel. Dicht
bij de stad bevindt zich het Nationale Park met het oude klooster Savina.
Dan beginnen
we te klimmen op de noordelijke oever van de baai, de vegetatie wordt steeds
armer en we zien enorme rotspartijen ;

vlak voor Risan, dat evenals Perras afgesloten is door de
aardbeving, maken we een fotostop, dat uiteraard bekend is bij de zigeuners, die
dan ook in grote getallen aanwezig zijn met hun muziekinstrumenten, houten
kandelaars en verdere souvenirs. We worden gewaarschuwd, nooit meer dan de helft
te betalen. Iedereen verdringt zich om iets te bemachtigen, je zou bijna
vergeten hoe mooi en indrukwekkend het uitzicht is.
Dan komen we
in Kotor aan, waar helaas ook veel beschadigd is ; Kotor ligt aan het einde van
de Boka Kotorska, dat met 4 baaien als een fjord diep Montenegro induikt.
Het ligt tegen de kale en steile rotswanden van de Lovčen aan.
Door zijn
strategische ligging heeft Kotor een dramatisch verleden.
Helaas mag men nog slechts door ��n poort de stad bereiken en ��n kerk
bezichtigen ; overal zie je resten van verwoeste gebouwen en alles is
uitgestorven.

De kathedraal
Sveti tripun uit de 12de eeuw is wonder boven wonder gespaard
gebleven, ongeveer als enig gebouw in Kotor ; deze Romaanse basiliek heeft een
prachtige baldakijn boven het altaar uit 1362. De 2 mooie torens stammen uit de
Renaissance tijd.

Op 260 m
hoogte ligt de vesting Sveti Ivan, die door een 3-dubbele muur van bijna 4 km
lengte verbonden is met de stadsmuren. Die stadsmuren, aan 3 zijden van de oude
stad, zijn 10 meter dik en 15 tot 20 meter hoog. Op het diepste punt is de baai
77 meter diep.
Dan dalen we
weer naar de kust, die we gelijk verlaten ten oosten van Kotor op een zeer
smalle, oude weg die ons snel naar boven voert met 24 haarspeldbochten en dat
met een grote bus en af en toe tegenliggers, dan moet er achteruit gereden
worden. Montenegro, Venetiaanse naam voor het oorspronkelijke Servische
Crna Gora, zwarte berg, is woest en ontoegankelijk, met een paar vruchtbare
valleien, bewoond door krijgshaftige boeren, die zeer arm leven. Er zijn geen
rivieren zodat ze regenwater en smeltsneeuw in bekkens opvangen.
We stoppen
even bij de eerste pas op 963 m ; het uitzicht op de fjord diep onder ons en al
die haarspeldbochten is adembenemend. Na opnieuw vele dalingen en stijgingen
komen we bij de 2de pas, een troosteloze wildernis, met ��n stenen
huisje. We zitten op 960 m en het is er steen koud, ook binnen ; we moeten uren
wachten, ik 1 uur en 25 minuten voor een stuk grof brood en plaatselijke ham,
die erg lekker is, dat wel. Daarna nog een 3de pas met een
ongelofelijk mooi uitzicht landinwaarts, o.a. in de verte de berg Jezorski Vrh
met op de top het Mausoleum van Petar Njego�, dichter en dictator.
Dan dalen we
tot Cetinje, destijds de hoofdstad van Montenegro, nu een klein, grauw, saai
stadje omgeven door kale, grijze rotsformaties. Het klooster Sveti Petar uit
1485 bezit heel veel goud, zilver en edelstenen, Russische geschenken
voornamelijk aan Petar Petrović Njego�, 1813-1851, ook zijn er veel oude
boeken, o.a. orthodoxe gezangen uit 1493. Het klooster wordt nog bewoond door
monniken.

Na Cetinje nemen we een nieuwe weg, terug naar de kust en kunnen
goed Sveti Stefan zien liggen, al is het wat nevelig, dat als een wonder heel is
gebleven ondanks het feit dat het epicentrum 300 m uit de kust lag.
Als we in
Budva aankomen is het volledig uitgestorven ; eens werd het het 2de
Dubrovnik genoemd. Sinds kort mogen toeristen zich weer vergapen aan de droevige
resten van een eens mooie stad ; Budva zelf herbergt helemaal geen toeristen en
ook de moderne stad is kapot, alle huizen zijn gemerkt met een kruis : rood =
onbewoonbaar ; blauw = na veel herstel bewoonbaar ; geel = na weinig herstel
bewoonbaar ; groen = ok�, maar die zie je nauwelijks.
E�n week voor
onze tocht is ��n gezin terug gekeerd naar de oude stad. Doodeng, je hoort
alleen gekraak en gerommel en dan ineens ��n kinderstemmetje.

In de loop van
de middag verlaten we Budva via de kustweg tot Lepetone aan de zuidoever van de
baai van Kotor. Daar nemen we, na lang wachten, de pont om de oversteek van 1
kilomeer te maken naar Kamenari. Verderop waar de engte maar 300 m bedraagt
heet het Verige, wat kettingen betekent, deze naam dankt ze aan de kettingen die hier in de
Middeleeuwen werden gespannen om vreemde schepen het binnenvaren onmogelijk te
maken.
Terug in
Dubrovnik en zeer voldaan over deze prachtige tocht neem ik afscheid van de
aardige chauffeur, die ons heel veel heeft verteld.
�Avonds is er
een indrukwekkend afscheidbanket.
Zaterdag 23
mei � na een week met prachtig, zonnig, warm weer en een zeer korte nacht,
zijn we vroeg op het vliegveld aanwezig en kunnen snel inchecken ; ondanks een
plaatsje bij het raam, valt er, dankzij de eerste regenbui, geen laatste blik
meer op Joegoslavi� te slaan.
terug naar begin van
pagina 